donderdag 1 november 2012

Tropical architecture, critical regionalism in the age of globalization

hoofdstuk 6, architectuur en nationale identiteit

Architectuur wordt vaak geassocieerd met regionaal karakter. Bouwtradities met materialen en afwerkingen die vastzitten aan de regio. Zou het mogelijk zijn om dit te brengen naar hogere schalen (steden)?
De mens bouwt sneller met iets dat in de omgeving te vinden is. Zo bouwen mensen die in het bos of jungle wonen met hout dat daar gewonnen wordt. Deze wordt met de hand geoogst en zonder veel hulpmiddelen, zoals molens verwerkt. Zo niet alleen hutten maar ook boten. Mensen gingen naar hun intuïtie en het was een logische stap, ze hadden niet gestudeerd, maar ze konden toch hutten bouwen.

Vaak proberen we de architectuur te brengen naar een ander land, maar dit is nauwelijks mogelijk. Elk land heeft zijn eigen klimaat en dat kan het moeilijk maken.
Proberen identieke gebouwen in verschillende landen te zetten in een onmogelijke taak, universele architectuur bestaat niet. Je moet eigenlijk getuigen zijn van hun leven om het te ervaren, dan pas kun je iets goeds bouwen voor deze mensen. Als je architectuur wil ontwikkelen  moet je je eerst in de cultuur verdiepen, anders snapt de bevolking deze architectuur niet. Dus bouwen ze in Colombia met hout en bamboe, regionale materialen en lokale technieken. Hoewel veel architecten die net zijn afgestudeerd denken dat alles wat hun voorgangers hebben gedaan goed is en nagedaan kan worden. Maar dit werkt niet als je in een ander land bouwt. Je moet kijken naar goede materialen constructie technieken die gericht zijn op de bevolking.

Classicisme wordt algemeen beschouwd als het antwoord, het goede, het zuivere, de oplossing omdat het kijkt naar het verleden en gericht is op de oude geschiedenis en mythologie. Maar in deze tijd zou dat niet de oplossing zijn, maar ik denk dat je naar de samenleving van deze tijd moet kijken. In Nederland kijken we ook vooruit en niet naar het verleden als we bouwen. De bevolking moet zich goed voelen bij de architectuur die je er maakt en als je op één gedachtelijn zit accepteren ze je keuzes. Je zou de taal op architectonisch gebied moeten kunnen spreken.


Ik denk ook dat het belangrijk is om je te verdiepen in de cultuur van de plaatselijke bevolking. Als je iets ontwerpt doe je dat voor de mensen en niet voor jezelf. Alleen als je de cultuur begrijpt kun je op één lijn met de bevolking komen. Wel denk ik dat je niet de gebouwen uit de omgeving letterlijk moet kopiëren. Je moet een eigen plan ontwikkelingen, waarbij je wel je eigen architectonische ingeving kunt gebruiken. Maar met de plaatselijke cultuur als belangrijkste achtergrond. Zo kun je denk ik een gebouw creëren dat goed in de smaak valt bij de bevolking en dat je toch iets kan bijbrengen op eigen architectonisch en technisch gebied. Het is denk ik belangrijk om niet stil te staan in de tijd maar om vooruitgang te boeken. Maar dit werkt niet door zomaar een modern gebouw te plaatsen in een vreemd land. Je moet een samenhang vinden met de plaatselijke bevolking en hun cultuur. Dus daarom is het belangrijk om je te verdiepen in hun cultuur. Anders wordt het gebouw niet geaccepteerd door de bevolking en wordt er niets van geleerd.


Boek:       Tropical architecture : critical regionalism in the age of globalization
Auteur:    Alexander Tzonis, Liane Lefaivre and Bruno Stagno /Severiano Porto

Geen opmerkingen:

Een reactie posten