zaterdag 3 november 2012

Culturalisme & Architectuur



In het begin begreep ik de link tussen culturalisme en architectuur nog niet helemaal. Dit is in de loop van de lessen steeds duidelijker geworden. Ik heb geleerd om je in te leven in een andere cultuur en niet te snel een vooroordeel te hebben, maar ook te kijken vanuit de ogen van de ander.

Sommige culturen zoals de authentieke cultuur  in de film: ’the Guardian of the Flutes’, worden door ons westerlingen al snel gezien als barbaars. Toch als je de film afkijkt en je verdiept in de cultuur, kom je erachter dat er toch normen en waarden in de cultuur aanwezig zijn die als positief aanvaard kunnen worden. Zo zou er in de authentieke cultuur nooit iemand vermoord of verkracht worden doordat er strenge rituelen zijn. Je ziet dat door de komst van westerse invloeden er later wel een meisje wordt verkracht. Doordat de jongere generatie de normen en waarde van de authentieke cultuur niet accepteren en handhaven ontstaat er een kloof tussen de oudere en de jongere generatie. De oudere hebben een Universalistische kijk op de cultuur, alleen hun authentieke cultuur is juist.

Zo ben ik er achter gekomen dat je al heel snel een oordeel hebt over mensen en hun cultuur, zonder dat je je er in verdiept hebt of de onderliggende gedachten begrijpt.  Vaak is het ook wel lastig om deze cultuurverschillen te begrijpen en te kunnen accepteren, omdat culturen vaak langs elkaar leven in plaats van met elkaar. Vaak is er sprake van Multiculturalisme hierbij staat één cultuur centraal en wordt er niet gecommuniceerd met de andere culturen.

Ik denk dat het beter is om te leven met elkaar en je open te stellen voor de andere cultuur. Zodat er een Transculturalisme ontstaat tussen de culturen. Misschien dat de zuivere cultuur dan aangetast wordt maar zo kun je van elkaar leren en elkaar leren begrijpen.

Er zijn vele architecten die gebouwen ontwikkeld hebben in een andere cultuur. De ene stelde zich wel open voor de andere cultuur (zoals Doshi) en de andere kijkt meer vanuit een  Eurocentristisch oogpunt zoals (Le Corbusier). India werd van 1858 tot 1947 geregeerd als onderdeel van het Britse Rijk. Le Corbusier kreeg de opdracht om Chandigarh te ontwerpen, de nieuwe hoofdstad van India nadat de  Mayer stopte met het ontwerp. Mayer probeerde een nieuwe architectuur te creëren, die zowel westers als Indisch was. Le Corbusier dacht heel anders over de Indische architectuur, hij vond het kinderlijke architectuur. Le Corbusier ontwikkelde een westers plan dat niet aangepast is aan de Indische cultuur en het tropische klimaat. Hij probeerde zijn eigen westerse ideeën door te drukken.  Doshi stelt zich daar in tegen wel open voor andere culturen en probeert samen met de bevolking tot een goed ontwerp te komen. Hij probeert zich in te leven in andere mensen en behandeld elk mens als gelijke en geeft ze tijd en aandacht.  Hij ziet ontwerpen als een leerproces. Doshi heeft veel gereisd en in veel landen gewoond en dus vele culturen kunnen aanschouwen. Ik denk daarom ook dat hij een andere kijk op cultuur heeft ontwikkeld als Le Corbusier.
Door de boeken die ik gelezen heb tijdens het vak, heb ik vanuit verschillende oogpunten kunnen kijken naar cultuur. Zoals in de tekst: Interlude Relativism van B. Williams. Hij geeft zijn mening over wat volgends hem relativisme inhoud. Hij is van mening dat je verschillende culturen niet met elkaar kunt vergelijken. Het is niet mogelijk om te oordelen over een cultuur of samenleving als je niet in die maatschappij leeft.  Je moet je niet bemoeien met andere culturen. Er bestaat geen goed of fout. Ik vind dat B. Williams vanuit een extreem standpunt te werk gaat. Hij zegt: “Het volk de Ashanti’s uit Ghana namen mensen uit omliggende dorpen gevangen. Ze verkochten deze mensen door aan Europese slavenhandelaren.  ‘De Ashanti’s hadden het recht om dit te doen’, zegt Williams. We kunnen dit niet afkeuren want we mogen ze niet belemmeren.” Door deze verschillende standpunten te bekijken heb ik wel een eigen kijk op cultuur gekregen. Je kunt alles uit verschillende perspectieven bekijken.

Mijn beeld op andere culturen is door het vak culturalisme veranderd. Het heeft me laten in zien dat je niet te snel een vooroordeel moeten hebben zonder dat je, je eigen verdiept hebt in de andere cultuur. Je kunt de alles uit verschillende perspectieven bekijken. Ik ben het vak in de loop van de lessen steeds meer gaan waarderen en zie het belang ervan. Door het vak culturalisme heb ik  veel geleerd over hoe je in een andere cultuur en klimaat, tot een respectabel ontwerp kan komen waarbij je de mensen te vrede stelt. Dit door je open te stellen voor andere culturen en hiervan te leren. Ik denk dat het vak niet alleen belangrijk kan zijn als je in het buitenland iets gaat ontwikkelen, maar ook in Nederland zelf. Nederland is een multicultureel land waarbij je dus ook te maken hebt met verschillende culturen. Ik ben daarom Els van den Veyver dankbaar voor de lessen die belangrijk zijn voor mijn toekomst als architect.   
Bron: Lesweken 1 t/m 7 culturalisme
 
Boek: Tropical architecture : critical regionalism in the age of globalization

Auteur: Alexander Tzonis, Liane Lefaivre and Bruno Stagno.


vrijdag 2 november 2012

Kenia 'Bouwen in Afrika'

College Michiel Smits Tijdens dit college culturalisme gaf Michiel Smits een presentatie over zijn ervaring in Afrika. Toen hij nog studeerde aan een MBO opleiding kwam hij in aanraking met een project in Kenia. Hoewel hij er nog nooit geweest was, nam hij de uitdaging aan en maakten een ontwerp dat binnen enkele dagen ontwerpklaar was. Zonder het ontwerp verder uit te werken, werd het gerealiseerd in Afrika. Al snel blijkt dat het ontwerp niet past bij de Afrikaanse cultuur. Hij had een westers ontwerp gemaakt dat is Afrika gebouwd is. De Afrikaanse cultuur en de Westerse cultuur verschillen nogal van elkaar. Zo is het in Afrika gebruikelijk om buiten te koken. Dus de mooie keuken die ontworpen was werd dan ook niet gebruikt door de mensen in Afrika. Ook leven de mensen het grootste gedeelte van de dag, buiten in de schaduw. Daar vinden de gemeenschappelijke contacten plaats. Hoewel Michiel Smits enthousiast was over de hulp die hij in Afrika wilde verlenen, zaten de mensen in Afrika helemaal niet te wachten op veranderingen. Ze vonden het wel goed hoe het was, en waren gelukkig met wat ze hebben. Er werden gebouwen gemaakt door de westerlingen zelf, terwijl de Afrikanen toekijken. Zo werden de mensen niet meegenomen in het bouwproces. Ik denk dat als je gaat bouwen in een andere cultuur of ander land. Dat je je eerst goed moet verdiepen in de cultuur en de gewoonte van de mensen. Ook is het belangrijk om naar het klimaat te kijken. Je moet de tijd nemen om naar de andere mensen te luisteren en er van te leren. Zoals Doshi zou doen. Alleen zo krijg je een respectabel ontwerp waar alle partijen gelukkig mee zijn en dat ook toepasbaar is in het klimaat. Ieder gebouw is weer bijzonder en afhankelijk van de functie, bewoners en het klimaat. Michiel Smits wist te weinig van het Afrikaanse cultuur en klimaat om er een goed gebouw te ontwikkelen. Ondanks dit gegeven vind ik het een goede actie om zich in te zetten voor Afrika en naast zijn studie, zich bezig houden met een project. Hij heeft hier denk ik ook veel van geleerd.

Bron:  Lesweek 7 Culturalisme

donderdag 1 november 2012

Tropical architecture, critical regionalism in the age of globalization


hoofdstuk 13, Rethinking the city in the tropics: The tropics city concept

The tropics city concept” is een grondige heroverweging om de tropische stad te herinrichten. Het gaat om warme vochtige gebieden, rond de evenaar en op zeeniveau georiënteerd. In dit gebied zullen een aantal megasteden worden ontwikkeld met inwoners tussen de drie en vijftien miljoen. Er moet een oplossing worden gevonden voor:  infrastructuur, waterberging, milieuvervuiling, afvalbeheer, efficiënt energieverbruik  en een oplossing voor het enorme geld wat de inwoners moeten betalen voor deze verstedelijking. In het kort, de ontwikkelingen moeten geordend gebeuren.

Er kwamen veel problemen toen de gekoloniseerde landen onafhankelijk werden omdat er een beperkt aantal intellectuelen waren. Na de tweede wereldoorlog ontstond er een netwerk van wereldwijde economieën, kapitaal, het vermogen in product verwerking, efficiënt beheer en expertise om een ​​stabiele economie te vormen. Een belangrijk onderdeel hierbij was de gezondheid & hygiëne. Door deze ontwikkeling steeg het de populatie enorm. Er moest dus een goed werkend plan worden bedacht waarbij je makkelijk kan uitbreiden.

Jean Drew en Maxwell Fry begon aan het plan in Nigeria. Le Corbusier, Oscar Niemeyer, Lucio Costa en Affonso Reidy brachten daarna het modernisme naar de tropen. Ze paste zich aan de tropische omgeving aan. Ze gebruikte te zon en de regen om een nieuwe levensstijl te creëren waarbij de hele samenleving profeit heeft, door een ecologisch evenwicht te creëren. “Two-level City Centre” is hierbij een belangrijk begrip. Hierbij is level 1 bedoeld als circulatie en commerciële ruimte en level 2 als gemeenschappelijke en culturele ruimte. Belangrijk hierbij is om de interne ruimtes flexibel te maken. De gebouwen worden beplant om zo een koel binnenklimaat te creëren.

Door de enorme overbevolking werkte de ontwerpen van Le Corbusier niet meer. Hij had bij zijn ontwerpen een slechte inschatting gemaakt over wat er in de toekomst zou gebeuren. Zoals bij zijn ontwerp van de Legislative Assembly Building. Het gebouw heeft te weinig openbare ruimte.
 
Het platteland vormt zich om de stedelijke gebieden van de tropische stad. In plaats van om het platteland heen te bouwen moet je het platteland verplaatsen. Daarom is het belangrijk dat er veel openbare ruimtes zijn tussen de gebouwen en op de daken van de gebouwen.  Het is belangrijk om de mensen te betrekken bij het ontwerp zodat ze vertrouwen opbouwen. Ook zouden de werktijden beter in gedeeld kunnen worden. In plaats van tussen 09:00 en 17:00 te werken kan je gebruik maken van de koelere ochtenden en avonden.

Bij het ontwikkelen van een stedelijk plan vind ik het van groot belang om de plaatselijke bevolking erbij te betrekken. Ik denk dat alleen hierdoor een goede vertrouwensband kan ontstaan tussen het project en de bevolking. De bevolking zijn uiteindelijk toch de mensen die er moeten wonen. Je kan wel iets bedenken maar als de bevolking er niet achterstaat werkt het niet.

Boek:  Tropical architecture : critical regionalism in the age of globalization
Auteur: Alexander Tzonis, Liane Lefaivre and Bruno Stagno / Tay Kheng Soon.

Tropical architecture, critical regionalism in the age of globalization

hoofdstuk 6, architectuur en nationale identiteit

Architectuur wordt vaak geassocieerd met regionaal karakter. Bouwtradities met materialen en afwerkingen die vastzitten aan de regio. Zou het mogelijk zijn om dit te brengen naar hogere schalen (steden)?
De mens bouwt sneller met iets dat in de omgeving te vinden is. Zo bouwen mensen die in het bos of jungle wonen met hout dat daar gewonnen wordt. Deze wordt met de hand geoogst en zonder veel hulpmiddelen, zoals molens verwerkt. Zo niet alleen hutten maar ook boten. Mensen gingen naar hun intuïtie en het was een logische stap, ze hadden niet gestudeerd, maar ze konden toch hutten bouwen.

Vaak proberen we de architectuur te brengen naar een ander land, maar dit is nauwelijks mogelijk. Elk land heeft zijn eigen klimaat en dat kan het moeilijk maken.
Proberen identieke gebouwen in verschillende landen te zetten in een onmogelijke taak, universele architectuur bestaat niet. Je moet eigenlijk getuigen zijn van hun leven om het te ervaren, dan pas kun je iets goeds bouwen voor deze mensen. Als je architectuur wil ontwikkelen  moet je je eerst in de cultuur verdiepen, anders snapt de bevolking deze architectuur niet. Dus bouwen ze in Colombia met hout en bamboe, regionale materialen en lokale technieken. Hoewel veel architecten die net zijn afgestudeerd denken dat alles wat hun voorgangers hebben gedaan goed is en nagedaan kan worden. Maar dit werkt niet als je in een ander land bouwt. Je moet kijken naar goede materialen constructie technieken die gericht zijn op de bevolking.

Classicisme wordt algemeen beschouwd als het antwoord, het goede, het zuivere, de oplossing omdat het kijkt naar het verleden en gericht is op de oude geschiedenis en mythologie. Maar in deze tijd zou dat niet de oplossing zijn, maar ik denk dat je naar de samenleving van deze tijd moet kijken. In Nederland kijken we ook vooruit en niet naar het verleden als we bouwen. De bevolking moet zich goed voelen bij de architectuur die je er maakt en als je op één gedachtelijn zit accepteren ze je keuzes. Je zou de taal op architectonisch gebied moeten kunnen spreken.


Ik denk ook dat het belangrijk is om je te verdiepen in de cultuur van de plaatselijke bevolking. Als je iets ontwerpt doe je dat voor de mensen en niet voor jezelf. Alleen als je de cultuur begrijpt kun je op één lijn met de bevolking komen. Wel denk ik dat je niet de gebouwen uit de omgeving letterlijk moet kopiëren. Je moet een eigen plan ontwikkelingen, waarbij je wel je eigen architectonische ingeving kunt gebruiken. Maar met de plaatselijke cultuur als belangrijkste achtergrond. Zo kun je denk ik een gebouw creëren dat goed in de smaak valt bij de bevolking en dat je toch iets kan bijbrengen op eigen architectonisch en technisch gebied. Het is denk ik belangrijk om niet stil te staan in de tijd maar om vooruitgang te boeken. Maar dit werkt niet door zomaar een modern gebouw te plaatsen in een vreemd land. Je moet een samenhang vinden met de plaatselijke bevolking en hun cultuur. Dus daarom is het belangrijk om je te verdiepen in hun cultuur. Anders wordt het gebouw niet geaccepteerd door de bevolking en wordt er niets van geleerd.


Boek:       Tropical architecture : critical regionalism in the age of globalization
Auteur:    Alexander Tzonis, Liane Lefaivre and Bruno Stagno /Severiano Porto